België is op papier een land van sociale rechtvaardigheid: in vergelijking met andere Europese landen heeft België een lage inkomens- en vermogensongelijkheid. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar achter de cijfers is een andere werkelijkheid, een zeer ongelijk profijt van elementaire overheidsdiensten en publieke investeringen. De groeiende kloof is geen natuurverschijnsel, maar het gevolg van politieke keuzes.
Het recente voorbeeld van de fel bekritiseerde afschaffing van duizenden bushaltes van De Lijn, staat in scherp contrast met de vijfduizend euro subsidie voor de aanschaf van een elektrische auto. De geschrapte haltes staan vooral in gebieden waar de mensen nu uitgerekend zijn aangewezen op openbaar vervoer, terwijl in dichtbevolkte gebieden het aanbod wordt vergroot.
Investeringen - dus publiek geld - in sociale huisvesting en de kinderopvang stijgen, maar degenen die (voltijds) werk hebben krijgen voorrang, met als pervers effect dat deelname aan de arbeidsmarkt verder wordt bemoeilijkt. De kloof tussen kwetsbaren en welgestelden wordt verder vergroot.
Toen de huizen bij de Dender blank stonden, wees de Minister beschuldigend naar de bezwaarschriften van milieu-organisaties die de vergunningen voor de vernieuwing van de stuwen hadden vertraagd, sinds de overstromingen van 2010. Maar terwijl de regering al die jaren passief bleef toekijken inzake de Denderstuwen, zo fluks had ze een vergunning geregeld voor ethaankraker Ineos. Overigens zijn ook elders droge voeten een privilege geworden, gezien het trage herstel van de schade na de vernietigende overstromingen door de Vesder in 2021.
Vorige maand legde het driejaarlijkse Pisa rapport van de OESO bloot dat de kansenongelijkheid in het Belgische onderwijs veel groter is dan elders. In een "meritocratie" is onderwijs een van de belangrijkste factoren voor vooruitgang en welvaart. In die zin mag je stellen dat het onderwijssysteem zorgt dat de "haves" erbij krijgen, terwijl de "have nots" verder worden achtergesteld. Een slechte start wordt in de loop van het leven niet meer goedgemaakt. Dus zien we aan het einde van de keten dat voor ouderen een minimum pensioen niet meer volstaat om de kosten van een woonzorgcentrum te dekken.
De groeiende kloof is het resultaat van politieke keuzes, veelal gebaseerd op een conservatief, rechts wereldbeeld, in combinatie met het bedienen van een welgestelde kiezersachterban. Diezelfde partijen wijzen maar al te graag een zondebok aan voor hun falend beleid. Niet hun eigen politieke keuzes en bestuurlijk falen vergroot de ongelijkheid, maar de migranten. Of Europa. Of woke. Of de milieubeweging.
Het klassieke linkse recept - meer belastingen, hogere schulden - biedt geen structurele oplossingen, al helemaal niet in een land met hoge belastingdruk en een forse staatsschuld. De rekening simpelweg doorschuiven naar de volgende generatie is onaanvaardbare korte termijnbeleid. De verontwaardiging over de oproep van de Europese Commissie om de begroting op orde te brengen, is hypocriet. Er zit een wereld van verschil tussen hardvochtige "austeriteit" en het uitbannen van verspilling. Publiek geld moet worden ingezet voor visionaire investeringen in de toekomst, niet voor het afdekken van het gebrek aan lef en daadkracht in het heden.
Terwijl er juist in deze turbulente tijden zoveel kansen zijn om het beter te doen. Laat de overheid weer voor iedereen zijn. Het dichten van de kloof is geen kostenpost, maar schept juist meer welzijn voor iederéén. Investeer in meer kansengelijkheid in het onderwijs, dat betaalt zich later uit in meer welvaart en minder armoede. Maak toegang tot de arbeidsmarkt veel makkelijker, niet moeilijker. Stigmatiseer en beschuldig niet, maar biedt kansen en een helpende hand. Investeer in duurzame mobiliteit en bereikbaarheid voor iedereen, maak een integraal plan voor natuur en leefomgeving, help bedrijven met een snelle transitie naar een nieuwe, duurzame economie.
De huidige politiek zit echter muurvast. Terwijl het op de (uiterst) rechterflank van het politieke spectrum een drukte van belang is - VB, N-VA, Open VLD, MR, en afsplitsers als Els Ampe en Hendrik Bogaert met hun partijen "Voor U" en "Redelijk Rechts" verdringen zich om de gunst van de kiezer, en ook Vooruit blaast het populistische deuntje mee - groeit uiterst links van PTB-PVDA als kool en zit het de PS op de hielen, die de archaïsche socialistische veren sowieso al nooit had afgeschud. Er tussenin is het politieke midden verschraald en verschrompeld. Dit twee-smaken keuzemenu biedt weinig hoop op verandering. Voor daadwerkelijke verandering is er een frisse wind nodig, een nieuwe impuls.
Hoog tijd voor democratische vernieuwing. Dit moet bovenaan staan voor 9 juni.