Beste Democraten,
Al bijna dertig jaar bouw ik met hart en ziel mee aan die bijzondere onderneming die de Europese Unie is. En met even zoveel energie, inspiratie en motivatie heb ik al die jaren mee vorm gegeven aan de Europa-koers van onze partij. Ik ben nog niet klaar in Europa.
D66 is dé Europapartij. Dat profiel hebben we al jaren, sinds onze felle "vóór" campagne bij het referendum over de Europese Grondwet in 2005. En zéker na de unieke en zeer succesvolle "Europa? Ja!" campagne in 2009, en onze grote verkiezingswinst in 2014, waarbij D66 voor het eerst in de geschiedenis de meeste stemmen kreeg van de Nederlandse kiezer.
D66 en D66ers zijn nog steeds warm voorstander van de Europese Unie, en zo worden we ook nog steeds gezien door de buitenwacht. We zijn ook met een gedegen pro-Europees programma naar de kiezer gegaan in 2019. Maar de laatste jaren blijft dat Europagevoel steken in abstract idealisme, ietwat sleets en werktuigelijk. Terwijl de Europese Unie zich in een turbulente wereld razendsnel ontwikkelt, staat bij D66 de nationale politiek steeds meer centraal, steeds vaker ten koste van onze Europese doelen, en soms zelfs inclusief gebruik van karikaturen over "Brussel" die we gewend waren van andere partijen.
Europa lijkt tegenwoordig geen ‘Chefsache’ meer te zijn voor D66. In woord zijn we nog steeds fervent aanhangers van de Europese gedachte, ook in speeches en optredens van onze kopstukken. Maar in de praktijk is de nationale politiek in Den Haag steeds meer het middelpunt geworden van ons denken en handelen. Europese kwesties dienen als wisselgeld in de nationale politiek.
Zelfs onze traditionele ‘federale’ standpunten worden soms ingewisseld voor meer terughoudendheid en ‘intergouvernementele’ standpunten, waarbij Europa uitsluitend een zaak is van de nationale hoofdsteden, met getrapte democratie waarin de burger geen rechtstreekse invloed heeft. De geboortepapieren van D66 geven ons echter de opdracht om de democratie te versterken, niet alleen nationaal, maar ook en juist in Europa. Jazeker, we zitten in een heel moeilijke politieke constellatie. Maar dat roept juist om méér eigen smoel, niet minder.
Hierdoor heeft D66 al heel lang nauwelijks nog geïnvesteerd in daadwerkelijke deelname aan de Europese politiek, terwijl andere partijen binnen de Europese instellingen hun presentie opbouwen en mee aan het stuur zitten. Idealen en ideeën genoeg, maar die blijven loos als je geen mensen aan de knoppen hebt zitten die de weg kennen en invloed hebben. De D66 voetafdruk in Brussel is heel klein geworden, en speelt omgekeerd nauwelijks een rol binnen de partij. Europa als verkiezingsthema is officieus van het prioriteitenlijstje afgevoerd. Sinds vele jaren is het Europees Parlement letterlijk van het hoofdpodium van de partij verdwenen, op de partijcongressen: de laatste congrestoespraak namens de Europese delegatie was in 2017.
D66 is en blijft pro-Europees. Maar een passief pro-Europees standpunt is niet hetzelfde als actief een voorhoede vormen met een gedurfde en vernieuwende visie voor Europa. Het denken over Europa staat stil. Mijn bijdragen aan het debat, zoals de boekjes "The scent of wild animals" en "Naakte Macht" kregen geen weerklank van de partijtop, maar een eigen visie bleef ook uit.
De komende jaren, en zeker ook de EP verkiezingen in 2024, zullen de Europese Unie, en dus onze toekomst, vormen voor de komende decennia, voor generaties. Nu is het moment voor grote stappen vooruit in Europa, niet het moment voor behoudendheid. Schuifelpasjes zijn niet genoeg. De Europese Unie heeft een transformatie nodig, radicale democratisering, om in ook in een razendsnel veranderende wereldorde onze veiligheid, vrijheid en welvaart te garanderen. Grote veranderingen boezemen angst in. Maar om onze Europese manier van leven te behouden, zijn grote veranderingen nodig. Dat vraagt om durf, om visie, om out-of-the-box denken. En om passie en dadendrang. Europa is geen technocratisch rekensommetje, het is het resultaat van mensen die groot durfden denken, die verbeelding en lef wisten te verbinden.
In 1966 schudde D66 als nieuwkomer en "anti-establishment partij" avant la lettre het vastgeroeste politieke systeem op. In 1994 zette D66 opnieuw het politieke establishment op stelten, als de drijvende kracht achter het eerste Paarse Kabinet. In 2009 wist D66 met een zinderende en radicaal pro-Europese campagne voor de EP verkiezingen de jarenlange neergang van de partij te keren. Uiteraard zijn er in al die decennia vele ups en downs geweest, dat hoort erbij. Ruim dertig jaar heb ik ze allemaal meebeleefd. Altijd vonden we de weg omhoog, hervonden we de passie. Nu ben ik er niet meer zo zeker van. De voorbereidingen voor de Europese campagne 2024 zijn gaande, maar vrij onzichtbaar en zonder duidelijk narratief of richting, niet onderscheidend noch wervend. Veel beleid, maar weinig bezieling. Het brandend vuur, de wil om onbetwiste en radicale voortrekker te zijn op Europa, lijken te ontbreken. Terwijl er in 2024 zo ongelofelijk veel op het spel staat voor Europa.
In de laatste maanden werd me van veel kanten, zowel binnen als buiten de partij, gevraagd opnieuw te kandideren, om mijn werk in Europa verder te kunnen zetten. De expliciete steun en waardering voor de manier waarop ik invulling geef aan het parlementair mandaat en voor behaalde resultaten, betekenen heel veel voor mij.
Maar liefst vier maal eerder hebben de leden van D66 mij het vertrouwen gegeven om de lijst aan te voeren. Ik ben daarvoor intens dankbaar, en ik heb met trots en overtuiging, en naar beste vermogen D66 vertegenwoordigd in het Europees Parlement. De interne partijdemocratie van D66 is echt bijzonder, en iets waarop we zeer trots mogen zijn. Ik heb echter in de loop van de jaren regelmatig ervaren dat het soms flink schuurt tussen die interne partijdemocratie en de wensen van de partijtop.
Hoewel ik een sterke intrinsieke motivatie heb om door te gaan, en mijn ervaring en politiek gewicht in deze woelige tijden van grote waarde kunnen zijn, en hoewel er veel expliciete steun is uitgesproken door partijleden, en hoewel mijn passie voor Europa onverminderd groot is, heb ik na lange en zorgvuldige afweging besloten dat ik geen kandidaat zal zijn voor het lijsttrekkerschap voor D66 bij de Europese Verkiezingen, noch voor een andere plek op de lijst. Ik wens de kandidaten veel succes en een mooie, bruisende campagne.
Ik heb daarnaast nog een ander besluit genomen. Vanmorgen heb ik aan Partijvoorzitter Viktor Everhardt laten weten dat ik mijn lidmaatschap van D66 opzeg.
Ik doe dat met een zeer zwaar gemoed, en grote innerlijke verscheurdheid en hartzeer. Al meer dan dertig jaar is D66 mijn thuis, mijn familie, mijn vriendenkring. Mijn werk en leven zijn vergroeid met deze partij, en samen zijn we door diepe dalen en - meer nog - langs hoge toppen gegaan. Al dertig jaar draai ik mee, als parlementariër, maar ook als medewerker van een D66 Europarlementariër, als fractiesecretaris van de Europese liberalen in het EU comité van de regio's, als steunfractielid in Delft, als afdelingsvoorzitter in Brussel, en als mede-initiatiefnemer van de hervormingsbeweging Opschudding. Dertig jaar heb ik met trots en overtuiging de kleuren van D66 hoog gehouden, in voor- en tegenspoed. Dertig jaar lang vol overgave en vreugde mee gedaan aan campagnes, flyeren in zon of regen, vurige debatten, congressen, werkbezoeken aan D66 afdelingen in alle uithoeken van het land, meedenken en -schrijven aan visie-stukken en verkiezingsprogramma's, en natuurlijk eindeloos veel gezellige uren met zoveel leuke, dierbare, inspirerende, warme D66ers. Ook in de afgelopen dagen en weken heb ik nog mooie momenten beleefd met mijn club, zoals onlangs met de Thema-afdeling Europa, met een bezoek van de JD aan Brussel, met een supergoeie D66 delegatie naar het ALDE Congres, en met intensieve uitwisseling in de Appgroep voor asiel&Migratie. Afscheid nemen van een partij die me zó lief is, doe ik niet lichtvaardig.
En toch neem ik vandaag afscheid. Na een lange worsteling, met veel twijfel en onmogelijke keuzes. Verscheurd tussen de ervaringen die me naar de uitgang hebben gedreven, en mijn liefde voor de vereniging en haar leden. Er spelen diverse factoren een rol, en de combinatie daarvan leidde me uiteindelijk tot dit besluit. Het stelt me ook voor een dilemma: ik ben jullie, Democraten, een uitleg verschuldigd. Tegelijkertijd vind ik dat een aantal kwesties niet in de media besproken moeten worden, maar binnen de partij, tussen de leden. Daarom kies ik er toch voor om in deze brief een aantal zaken niet te benoemen of expliciet te maken. Natuurlijk ga ik in de komende tijd graag in gesprek met iedereen die behoefte heeft aan meer toelichting.
Naast de politiek inhoudelijke overwegingen, weegt voor mij ook een morele kwestie heel zwaar. In de afgelopen jaren heb ik moeten waarnemen hoe grensoverschrijdend gedrag in onze partij niet adequaat wordt aangepakt, hoe de slachtoffers in de kou blijven staan, en hoe de nieuw ingerichte structuren om een veilige werkomgeving te garanderen in de praktijk tekort schieten. Ik heb veelvuldig en indringend gepoogd dit aan de orde te stellen, maar dat bleef zonder respons van betekenis. De situatie heeft bij alle betrokkenen tot veel schade geleid, en kan wellicht ook nog in de komende jaren een schaduw leggen over de partij. In de afgelopen jaren betekende het voor mij persoonlijk een hevige innerlijke strijd tussen mijn loyaliteit aan de partij en trouw aan onze waarden, tussen pragmatisme en principes. Ik ben tot de slotsom gekomen dat het laatste toch de overhand heeft.
Opgeven en loslaten zitten niet in mijn aard. Integendeel. En ik heb alles gedaan dat in mijn vermogen ligt, om verandering van binnenuit te bewerkstelligen. Maar dat geluid was niet altijd welkom en bleef vaak zonder gevolg. Ik ben me ook bewust van het feit dat mijn stap wellicht veel zal losmaken. Toch kies ik ervoor om hem nu te zetten. Een gezonde, robuuste organisatie kan wel tegen een stootje. Andersom kan disruptie ook kwetsbare plekken bloot leggen of een gezonde impuls tot vernieuwing geven. Ik denk dat D66 de interne discussie nú moet aangaan, niet ná de verkiezingen.
Meer dan de helft van mijn leven was ik deel van D66, en D66 deel van mij. Met mijn besluit verlaat ik mijn comfort zone, de veilige en beschutte plek binnen een warme kring en grote partij.
Mijn bevlogenheid voor Europa is niet minder, noch de wil om daar in een politieke context mee bezig te zijn. Vanuit mijn Europese overtuiging sluit ik me daarom aan bij Volt. De sociaal-liberale, progressieve, radicaal pro-Europese visie van Volt sluit naadloos aan bij de visie waar ik me namens de kiezers al bijna twintig jaar elke dag voor inzet en blijf inzetten.
Wat de toekomst in petto heeft is ongewis. Of mijn keuze de juiste is, zal de tijd moeten uitwijzen. Het is een sprong in het onbekende. Maar waarheen mijn pad ook voert, ik kan met zekerheid zeggen dat het altijd in Europa zal zijn.
Het ga jullie goed.
Beste Sophie, Europa heeft sterke vrouwen als jij broodnodig, die onomwonden misstanden benoemen, vechten voor recht, rechtvaardigheid en democratie. In de ‘Pega’ commissie liet je je niet afschepen of intimideren en heb je mijn tweede vaderland Griekenland streng en meer dan juist beoordeeld. Ik ben blij dat Europa je niet kwijtraakt, je hebt nog zoveel bij te dragen. Ik wens je een warme landing bij Volt en hoop dat ze beseffen wat een topvrouw zij in hun midden krijgen en je alle ruimte geven om je werk,talenten en drive voort te zetten! Heel veel succes en ik blijf je volgen, Maria
Ja, voor een fundamentele verandering van de EU. Ja, voor een federale Europa van en voor al haar inwoners. Een uitstekende keuze, deze! Welkom bij de partij die zo'n Europa nastreeft. Alle goeds voor de toekomst. Toekomst, made in Europe.